ECLI:NL:HR:2014:583

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 maart 2014
Publicatiedatum
13 maart 2014
Zaaknummer
13/03833
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep van [X] B.V. tegen uitspraak Gerechtshof Den Haag inzake omzetbelasting

In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag, die op 28 juni 2013 was gewezen in het hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Haarlem. De zaak betreft de door belanghebbende over het tijdvak januari 2008 op aangifte voldane omzetbelasting. De Hoge Raad heeft de zaak eerder verwezen naar het Gerechtshof bij arrest van 30 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BY4604.

De belanghebbende heeft in cassatie een aantal klachten aangevoerd tegen de uitspraak van het Gerechtshof. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft ook de proceskosten in overweging genomen en geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 14 maart 2014 door de vice-president en de raadsheren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier.

Uitspraak

14 maart 2014
Nr. 13/03833
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 28 juni 2013, nr. BK-12/00889, na verwijzing door de Hoge Raad bij arrest van 30 november 2012, nr. 11/02842, ECLI:NL:HR:2012:BY4604, BNB 2013/45, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. 08/007972) betreffende de door belanghebbende over het tijdvak januari 2008 op aangifte voldane omzetbelasting.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren D.G. van Vliet en E.N. Punt, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2014.