ECLI:NL:HR:2014:46

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 januari 2014
Publicatiedatum
9 januari 2014
Zaaknummer
13/01938
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen verzuimboete vennootschapsbelasting 2009

In deze zaak heeft [X] N.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag, die op 5 maart 2013 werd gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage. De zaak betreft de verzuimboete die aan [X] N.V. was opgelegd in samenhang met de aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2009. De belanghebbende, [X] N.V., heeft verschillende middelen voorgesteld in het cassatieberoep, waarin zij de uitspraak van het Hof betwistte.

De Staatssecretaris van Financiën heeft gereageerd op het cassatieberoep door een verweerschrift in te dienen. De Hoge Raad heeft de middelen van [X] N.V. beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de voorgestelde middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Daarnaast heeft de Hoge Raad overwogen dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 10 januari 2014 door de vice-president en de raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.

Uitspraak

10 januari 2014
Nr. 13/01938
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] N.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 5 maart 2013, nr. BK‑12/00209, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage (nr. AWB 11/5835) betreffende de aan belanghebbende tezamen met de aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2009 opgelegde verzuimboete.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren R.J. Koopman en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2014.