In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gewezen op 25 juni 2013. De zaak betreft de naheffingsaanslagen in de loonbelasting en premie volksverzekeringen die aan belanghebbende zijn opgelegd over de jaren 2004 tot en met 2008, alsmede de daarbij opgelegde boeten. De Rechtbank te Leeuwarden had eerder uitspraak gedaan in deze kwestie, met nummers AWB 11/500, AWB 11/1167, AWB 11/1168 en AWB 11/1169.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. De klachten van belanghebbende konden niet tot cassatie leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, waarop belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 28 februari 2014, waarbij de raadsheer C. Schaap als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld. De beslissing is in het openbaar uitgesproken, en de waarnemend griffier F. Treuren was aanwezig.