Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[vestigingsplaats](hierna: verzoekster, tevens belanghebbende genoemd)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Groningen(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het verzoek
2.De vaststaande feiten
2.1
6.Spaarregeling
7.Kostenvergoedingen werknemer [ [naam2] ]
9.Looncorrecties
Met betrekking tot de stelling van belanghebbende dat hij uit uitlatingen van de controleur
De gemachtigde verklaart tot slot dat [naam3] in principe alleen 2006 onderzocht en nooit
Ter attentie van rechter Mr G.J.Leijenhorst.
“tegen de rechters van het Hof onder leiding van Rechter Leijenhorst”. In deze brief schrijft zij onder meer:
Klacht 1 Rechter Leijenhorst vraagt niet om inzage van de door [naam4] genoemde
Bij het hoger beroep stelde de rechter de ambtenaar in de gelegenheid te liegen door mij op te dragen een schrijven van mij aan controleur [naam3] dd 16 Oktober 2008 op te zoeken. Ik hoorde op de achtergrond de term kladnotities vallen. Achteraf bleek dat het antwoord te zijn op de vraag of er bewijs was of ook de jaren 2004,2005,2007 en 2008 kladnotities gemaakt waren. De notities bleken gemaakt te zijn gemaakt op een schrijven aan mij dd 13 november 2008. Helaas kreeg ik toen ik om deze notities vroeg aan [naam5] begin augustus 2013 pas 1 september 2013 Ik was te laat om in cassatie te gaan Ik was hiermee het griffierecht van Euro 600,- kwijt. Ik sprak 3 september 2013 [naam4] . Hij deelde mij mee dat «tegen een ambtenaar begin je niets. Het blijkt zo te zijn.”
Ik vorder: