ECLI:NL:HR:2014:3107

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 november 2014
Publicatiedatum
4 november 2014
Zaaknummer
13/00637
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen beschikking inzake klaagschrift teruggave inbeslaggenomen auto

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 november 2014 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat was ingesteld door [A] tegen een beschikking van de Rechtbank Amsterdam. De Rechtbank had op 13 december 2012 het klaagschrift van [klager], een verzekeringsmaatschappij, gegrond verklaard. Dit klaagschrift was ingediend met het verzoek om teruggave van een onder [klager] inbeslaggenomen personenauto. De Hoge Raad oordeelde dat het beroep van [A] niet-ontvankelijk was, omdat op grond van artikel 552d, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) geen cassatieberoep openstond tegen de bestreden beschikking. De Hoge Raad herhaalde daarbij eerdere rechtspraak, specifiek ECLI:NL:HR:2010:BL2823, waarin werd benadrukt dat het in beslag nemen van een auto en de beoordeling van de eigendoms- en bezitsrechten een voorlopig oordeel betreft. De beslissing van de Hoge Raad werd genomen door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en N. Jörg, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

4 november 2014
Strafkamer
nr. 13/00637 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 13 december 2012, nummer RK 12/6449, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.

1.De bestreden beschikking

De Rechtbank heeft het klaagschrift van [klager] gegrond verklaard.

2.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door [A]. Namens deze heeft mr. R.A. Korver, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de betrokkene in het ingestelde cassatieberoep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

3.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Het beroep is gericht tegen een beschikking die is gegeven op het klaagschrift van [klager] welk klaagschrift strekte tot teruggave van een onder [klager] inbeslaggenomen personenauto. Bij de bestreden beschikking is het klaagschrift van [klager] gegrond verklaard. Tegen die beschikking staat voor [A] op grond van art. 552d, tweede lid, Sv geen cassatieberoep open.
Het gaat in de beslagprocedure overigens om een voorlopig oordeel omtrent de eigendoms- en bezitsrechten ten aanzien van het in het geding zijnde voorwerp (vgl. HR 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, NJ 2010/654, rov.2.13).

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart [A] niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
4 november 2014.