ECLI:NL:HR:2014:2791

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 september 2014
Publicatiedatum
25 september 2014
Zaaknummer
13/06242
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag belasting personenauto's en motorrijwielen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 september 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Stichting [X] tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof van 29 oktober 2013, nr. 13/00097, die op zijn beurt betrekking had op een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Arnhem (nrs. AWB 12/206 en AWB 12/207). De belanghebbende, Stichting [X], had een naheffingsaanslag ontvangen in de belasting van personenauto's en motorrijwielen, waartegen zij in hoger beroep was gegaan.

De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de uitspraak van het Gerechtshof heeft bevestigd.

Daarnaast heeft de Hoge Raad in zijn beslissing aangegeven dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en is een bevestiging van de eerdere uitspraken in de rechtsgang.

Uitspraak

26 september 2014
Nr. 13/06242
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
Stichting [X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 29 oktober 2013, nr. 13/00097, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem (nrs. AWB 12/206 en AWB 12/207) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren D.G. van Vliet en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2014.