ECLI:NL:HR:2013:CA3291
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- V. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake taakstraf en vervangende hechtenis
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 15 maart 2011 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1981. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. I. Baardman, advocaat te Amsterdam. De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot vermindering van de opgelegde straf en tot verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad heeft op 18 juni 2013 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de bestreden uitspraak is vernietigd, maar uitsluitend wat betreft het aantal uren te verrichten taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis. De Hoge Raad heeft het aantal uren taakstraf verminderd tot 133 en de duur van de vervangende hechtenis tot 66 dagen. De Hoge Raad oordeelt dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, is overschreden, wat heeft geleid tot deze vermindering. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie van de verdachte verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.