ECLI:NL:HR:2013:BZ7386
Hoge Raad
- Cassatie
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- G. de Groot
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Rechtsgeldige cessie van vorderingen in het kader van een factoringovereenkomst
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Frans Thomas Pieter van Voorst, curator in het faillissement van Kraamzorg Nederland B.V. De curator had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 24 januari 2012 was gewezen. De zaak betreft de rechtsgeldigheid van een cessie van vorderingen op naam in het kader van een factoringovereenkomst. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Utrecht en het arrest van het hof, dat aan het arrest van de Hoge Raad is gehecht. De advocaat van de curator heeft de zaak toegelicht, evenals de advocaat van de verweerder, FA-MED B.V. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekte tot verwerping van het beroep, waarop de advocaat van de curator heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft het beroep van de curator verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 6.118,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.