ECLI:NL:HR:2013:BZ7386

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
12/02161
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtsgeldige cessie van vorderingen in het kader van een factoringovereenkomst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Frans Thomas Pieter van Voorst, curator in het faillissement van Kraamzorg Nederland B.V. De curator had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 24 januari 2012 was gewezen. De zaak betreft de rechtsgeldigheid van een cessie van vorderingen op naam in het kader van een factoringovereenkomst. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Utrecht en het arrest van het hof, dat aan het arrest van de Hoge Raad is gehecht. De advocaat van de curator heeft de zaak toegelicht, evenals de advocaat van de verweerder, FA-MED B.V. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekte tot verwerping van het beroep, waarop de advocaat van de curator heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft het beroep van de curator verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 6.118,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

14 juni 2013
Eerste Kamer
12/02161
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
Frans Thomas Pieter VAN VOORST,
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Kraamzorg Nederland B.V.,
wonende te 's-Gravenhage,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel,
t e g e n
FA-MED B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.P.J.L. Tjittes.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de curator en Fa-med.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 232842/HA ZA 07-1226 van de rechtbank Utrecht van 21 november 2007 en 3 februari 2010;
b. het arrest in de zaak 200.069.533 van het gerechtshof te Amsterdam van 24 januari 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de curator beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Fa-med heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor de curator toegelicht door zijn advocaat en mr. A. van Loon, advocaat te Amsterdam. Voor Fa-med is de zaak toegelicht door haar advocaat en mr. J.C. van Nass, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van de curator heeft bij brief van 26 april 2013 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de curator in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Fa-med begroot op € 6.118,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, als voorzitter, C.E. Drion en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 14 juni 2013.