Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Credit Sales B.V.,
1.[geïntimeerde 1] V.O.F.,
[geïntimeerde 2]in diens hoedanigheid van vennoot,
[geïntimeerde 3]in haar hoedanigheid van vennoot,
1.Het verloop van de procedure
- voornoemde dagvaarding van 5 oktober 2015;
- de memorie van grieven d.d. 29 december 2015, waarbij producties zijn overgelegd;
- de memorie van antwoord d.d. 9 februari 2016.
2.Het geding in eerste aanleg (zaak/rolnr. 3543783 CV EXPL 14-5916)
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
Verkoop en levering”en art. 6 heeft als hoofd de woorden “
Cessietekst en aanlevering Vorderingen”.De in art. 6 van de factoringsovereenkomst opgenomen cessietekst bevat woorden als “
het vorderingsrecht van (…) deze factuur(is)
overgedragen aan Credit Sales B.V. te [vestigingsplaats 1] ”en
“Rechtsgeldige en bevrijdende betaling”kan enkel op het rekeningnummer van CS. Uit al deze gegevens in de akte in onderling verband en samenhang bezien, heeft CS mogen begrijpen dat de akte tot levering was bedoeld. De mededeling van die akte is vormvrij en kan ook door Europestone worden gedaan. De mededeling op de factuur van 21 november 2013 is een voldoende duidelijke mededeling aan de V.O.F. dat een akte als bedoeld in art. 3:94 lid 1 BW is opgemaakt. De wet kent niet als vereiste dat het woord “akte” met zoveel woorden moet worden genoemd, noch kent de wet het vereiste dat die mededeling in elk geval de datum waarop die akte is opgemaakt moet bevatten. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de vordering rechtsgeldig door Europestone aan CS is overgedragen, zodat de grieven 1 en 2 slagen.
het vorderingsrecht van (…) deze factuur (is) overgedragen aan Credit Sales”en
“Rechtsgeldige betaling van (…) deze factuur kan uitsluitend en moet binnen 30 dagen na dagtekening van de factuur plaatsvinden door betaling op rekeningnummer [rekeningnummer]”hadden moeten begrijpen dat Europestone geen rechthebbende was van de vordering(en). Europestone kon alleen maar (weer) rechthebbende van die vordering(en) worden door retro-cessie. Met de enkele mededeling van Europestone dat de facturen konden worden betaald door storting op het rekeningnummer van Europestone is geen sprake van een retro-cessie. De betreffende mededelingen van Europestone moeten worden bezien als dermate in strijd met hetgeen op de facturen ter zake de betaling was vermeld, dat de V.O.F. c.s. niet op die woorden mochten vertrouwen zonder in elk geval een en ander bij CS te controleren. Er zijn dan ook geen redelijke gronden waarop de V.O.F. c.s. hebben kunnen aannemen dat Europestone bevoegd was om de betaling in ontvangst te nemen. Dit is niet anders indien wordt meegewogen dat CS geen verdere stappen richting de V.O.F. c.s. heeft gezet nadat de derde factuur niet aan CS is betaald. De V.O.F. hadden immers wat dit betreft in elk geval rekening moeten houden met de mogelijkheid dat Europestone de onrechtmatigheid van de ontvangst van de betaling van dat bedrag van de derde factuur had ingezien, en dus zelf (alsnog) tot betaling van dat bedrag aan CS was overgegaan. Het hof laat dan nog daar dat het tijdsverloop tussen de contacten tussen CS en de V.O.F. c.s. omtrent die van 18 september 2013 zijnde derde factuur en de vierde factuur van 21 november 2013 niet zodanig lang is dat daar gevolgen aan verbonden kunnen worden. Aan de stelling van de V.O.F. c.s. dat de mededeling zoals hiervoor in rov. 4.1 sub b een voorgedrukte tekst betrof (zie nr. 14 conclusie van antwoord) gaat het hof voorbij omdat zij daaraan geen relevante rechtsgevolgen hebben verbonden. Het hof laat dan nog daar dat niet duidelijk is waarom de V.O.F. c.s. wat deze passage betreft spreken over een “voorgedrukte tekst” op de maar aan 1 zijde en uit 1 pagina bestaande factuur. Al met al zijn er niet voldoende redenen voor honorering van het door VOF gestelde vertrouwen.