ECLI:NL:HR:2013:BZ6831
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van bezwaarschrift bij ontbreken van motivering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting en een daarbij opgelegde boete over de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009. De Inspecteur had de bezwaren van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag en de boetebeschikking niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift niet was gemotiveerd. De Rechtbank te Breda had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, en het Hof bevestigde deze uitspraak.
Belanghebbende stelde dat de Inspecteur niet had gewezen op de mogelijkheid van niet-ontvankelijkverklaring bij het verstrijken van de termijn voor het indienen van de motivering. De Hoge Raad oordeelde dat de Inspecteur, door niet te wijzen op de gevolgen van het niet tijdig indienen van de motivering, de bezwaren ten onrechte niet-ontvankelijk had verklaard. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en de Rechtbank, en droeg de Inspecteur op om opnieuw uitspraak te doen op het bezwaarschrift van belanghebbende, met inachtneming van het arrest.
De Hoge Raad benadrukte dat de Inspecteur verplicht is om belanghebbende te wijzen op de mogelijkheid van niet-ontvankelijkverklaring bij het ontbreken van een motivering. Dit arrest heeft belangrijke implicaties voor de rechtsbescherming van belastingplichtigen, aangezien het de noodzaak onderstreept voor een zorgvuldige behandeling van bezwaarschriften door de belastingautoriteiten. De uitspraak bevestigt dat belastingplichtigen erop kunnen vertrouwen dat zij adequaat worden geïnformeerd over de gevolgen van hun handelen in het bezwaarschriftproces.