ECLI:NL:HR:2013:BZ2737
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- C.B. Bavinck
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Hoorplicht in verzetprocedure bij boetebeschikking
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 juli 2012, nr. 12/00048, betreffende een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij opgelegde boete. De Rechtbank te Breda had eerder het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Inspecteur ongegrond verklaard. Belanghebbende stelde hoger beroep in, maar het Hof verklaarde dit niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn. Hierop heeft belanghebbende verzet aangetekend, maar het Hof verklaarde het verzet ongegrond zonder belanghebbende te horen.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet had mogen overgaan tot ongegrondverklaring van het verzet zonder belanghebbende in de gelegenheid te stellen te worden gehoord. De Hoge Raad stelt vast dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven, omdat het Hof niet heeft onderkend dat er een boete in geding was en niet heeft vastgesteld dat belanghebbende afstand heeft gedaan van het recht om gehoord te worden. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem/Leeuwarden voor verdere behandeling.
Daarnaast gelast de Hoge Raad dat de Staat het door belanghebbende betaalde griffierecht vergoedt en veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 944 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen op 1 maart 2013 door de vice-president en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken.