Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 februari 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam en B.V. X te Z. Het beroep in cassatie was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2012, waarin de nrs. 10/00461 t/m 10/00470 aan de orde waren. De zaak betreft de op aangifte voldane bedragen aan vermakelijkheidsretributie die door de gemeente Amsterdam zijn geheven. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van het Gerechtshof niet in stand blijft. Dit arrest heeft implicaties voor de wijze waarop vermakelijkheidsretributie door gemeenten kan worden geheven en de rechtsgeldigheid van de heffingen die in deze specifieke zaak aan de orde zijn. De uitspraak van de Hoge Raad biedt duidelijkheid over de juridische kaders waarbinnen gemeenten opereren bij het heffen van dergelijke retributies en kan gevolgen hebben voor vergelijkbare zaken in de toekomst.