ECLI:NL:HR:2013:BY5706
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest in een jeugdzaak wegens vormverzuim bij verhoor
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een jeugdige verdachte die op 13 oktober 2009 te Zoetermeer openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd. Tijdens het verhoor van de verdachte is de cautie, zoals voorgeschreven in artikel 29, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), niet gegeven. Dit houdt in dat de verdachte niet is geïnformeerd dat hij niet verplicht was om te antwoorden op de vragen van de verbalisant. De Hoge Raad oordeelt dat het ontbreken van deze mededeling een vormverzuim oplevert, wat betekent dat de verdachte mogelijk in zijn verdediging is geschaad. De Hoge Raad benadrukt dat de mededeling aan de verdachte essentieel is voor het waarborgen van een eerlijk proces, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).