ECLI:NL:HR:2013:BY2640
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Vernietiging ontbindende voorwaarde en misbruik van omstandigheden in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over de nakoming van een overeenkomst en de vervulling van een ontbindende voorwaarde. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. L. Kelkensberg, had in cassatie beroep ingesteld tegen eerdere arresten van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betrof een overeenkomst waarbij eiser en de verweerders zich verbonden hadden tot de verkoop van aandelen in Atepro Holding B.V. onder bepaalde voorwaarden. De ontbindende voorwaarde hield in dat de omzet van een filiaal van Atepro in Tilburg in een bepaalde periode gelijk moest zijn aan de omzet van het voorgaande jaar.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof ten onrechte het beroep van eiser op misbruik van omstandigheden had verworpen. Eiser had aangevoerd dat hij door de verweerders was misleid bij het aangaan van de ontbindende voorwaarde. De Hoge Raad stelde vast dat eiser voldoende feiten en omstandigheden had aangevoerd die het beroep op misbruik van omstandigheden konden dragen. Het hof had bovendien niet gemotiveerd waarom het aan deze stellingen voorbijging. De Hoge Raad vernietigde de eerdere arresten van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling.
De uitspraak benadrukt het belang van de mogelijkheid om een beroep te doen op misbruik van omstandigheden bij de totstandkoming van overeenkomsten, en dat een dergelijk beroep niet onderhevig is aan verjaring, zoals vastgelegd in artikel 3:51 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan de verweerders opgelegd, die tot op dat moment waren begroot op € 465,99 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.