ECLI:NL:HR:2013:BY0964
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Toelating tot schuldsaneringsregeling en cassatieprocedure
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de toelating tot een schuldsaneringsregeling. De verzoekster, die in deze procedure als [verzoekster] wordt aangeduid, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 17 april 2012. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waarbij het hof op 16 mei 2012 een arrest heeft gewezen dat aan de Hoge Raad is gehecht. De advocaat van de verzoekster, mr. J. Groen, heeft het cassatierekest ingediend, dat eveneens aan de uitspraak van de Hoge Raad is gehecht.
De conclusie van de Advocaat-Generaal, J. Wuisman, was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de eerdere uitspraken van de rechtbank en het gerechtshof in stand blijven. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth op 1 februari 2013, en is gewezen door vice-president E.J. Numann als voorzitter en de overige raadsheren.