ECLI:NL:GHSHE:2014:50
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- P.J.M. Bongaarts
- J.H.Th. Veldman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot doorbreking van de 10-jaarstermijn in de schuldsaneringsregeling
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, hebben appellanten, een vrouw en een man, beiden verzocht om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Dit verzoek werd gedaan in hoger beroep tegen eerdere vonnissen van de rechtbank Limburg, die hun aanvragen had afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat de verzoeken moesten worden afgewezen op grond van artikel 288 lid 2 sub d van de Faillissementswet, omdat beide appellanten in de tien jaar voorafgaand aan hun verzoek al eerder waren toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. De vrouw had een schuldenlast van € 43.461,29 en de man van € 67.818,01, waarbij beide partijen aangaven dat hun minnelijke traject was mislukt.
Tijdens de mondelinge behandeling op 8 januari 2014 hebben beide appellanten hun situatie toegelicht, waarbij zij benadrukten dat zij gemotiveerd zijn om hun schuldenlast aan te pakken, vooral vanwege de impact op hun vier minderjarige kinderen. Het hof heeft de argumenten van de appellanten overwogen, maar kwam tot de conclusie dat de afwijzingsgrond van artikel 288 lid 2 sub d Fw in dit geval van toepassing was. De wetgever heeft bewust gekozen voor een imperatieve afwijzingsgrond, wat betekent dat er geen ruimte is voor afwijkingen, tenzij er sprake is van specifieke uitzonderingen die in dit geval niet aanwezig waren.
Het hof heeft de eerdere vonnissen van de rechtbank bekrachtigd, waarmee de verzoeken van de vrouw en de man om opnieuw toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling werden afgewezen. De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder een schuldenaar opnieuw kan verzoeken om toelating tot de schuldsaneringsregeling, en bevestigt de noodzaak voor de wetgever om eventuele wijzigingen in de wetgeving aan te brengen.