ECLI:NL:HR:2013:BY0561
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- R.J. Koopman
- Th. Groeneveld
- G. de Groot
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting en de gevolgen van geregistreerd partnerschap
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting die was opgelegd aan belanghebbende, X2, naar aanleiding van de verkrijging van onroerende zaken. De naheffingsaanslag was na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij de Rechtbank te Arnhem. De Rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. Hierop heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank en de naheffingsaanslag vernietigde. De Staatssecretaris heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de relevante wetgeving in acht genomen, waaronder artikel 3, lid 1, letter b, van de Wet BRV en artikel 2, lid 6, van de AWR. De Hoge Raad oordeelde dat het beroep in cassatie gegrond was en vernietigde de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad bevestigde de uitspraak van de Rechtbank, waarmee de naheffingsaanslag in stand bleef. De Hoge Raad heeft ook opgemerkt dat de reacties van belanghebbende op de conclusie van de Advocaat-Generaal, die na de gestelde termijn waren ingediend, niet in aanmerking zijn genomen.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de interpretatie van de regels rondom de overdrachtsbelasting en de gevolgen van geregistreerd partnerschap, vooral in het licht van mogelijke wetsontduiking en fraus legis. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken en de proceskosten werden niet toegewezen.