Uitspraak
Stichting [X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank te Amsterdamvan 7 juni 2012, nrs. AWB 11/930 t/m 11/943, betreffende beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ).
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 augustus 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de waardering van onroerende zaken onder de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de toepassing van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB 1968). De belanghebbende, een stichting, had beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, die de waarden van haar onroerende zaken voor het kalenderjaar 2010 had vastgesteld. De Rechtbank had de waarden lager vastgesteld na bezwaar van de belanghebbende, maar had de uitspraak van de Inspecteur vernietigd voor wat betreft de kostenvergoeding.
De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de huurwaarde van de WOZ-objecten inclusief btw moest worden vastgesteld. De belanghebbende stelde dat de verhuur van een kantoorruimte op de begane grond betekende dat het gehele gebouw op de waardepeildatum ten minste twee jaren eerder in gebruik was genomen, en dat de waardebepaling daarom exclusief btw moest plaatsvinden. De Hoge Raad bevestigde dat de objectafbakening volgens de Wet WOZ eerst moet plaatsvinden voordat tot waardering kan worden overgegaan, en dat de WOZ-objecten afzonderlijk moeten worden beschouwd.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze het beroep tegen de uitspraak op bezwaar inzake de waarde van twee specifieke onroerende zaken ongegrond had verklaard. De waarden van deze onroerende zaken werden verlaagd tot respectievelijk € 1.564.500 en € 2.373.000. Tevens werd de gemeente Amsterdam veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan de belanghebbende. Dit arrest benadrukt de noodzaak om bij de waardering van onroerende zaken de specifieke omstandigheden van elk object in acht te nemen, vooral in het licht van de toepasselijkheid van btw-regels.