Hoge Raad
Op 30 november 2012 heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie van X te Z behandeld. Dit beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die op 3 april 2012 was gedaan in de zaak met nummer 11/00500. De zaak betrof een verzet van belanghebbende tegen een eerder genomen beslissing van het Hof over een naheffingsaanslag parkeerkeerbelasting. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit artikel biedt de Hoge Raad de mogelijkheid om een cassatieberoep af te doen zonder inhoudelijke behandeling, indien het beroep kennelijk ongegrond is. De uitspraak van het Gerechtshof werd in deze procedure niet inhoudelijk heroverwogen, maar de Hoge Raad heeft wel de procedurele aspecten van de zaak in overweging genomen. De uitspraak van het Gerechtshof blijft daarmee in stand, en de naheffingsaanslag parkeerkeerbelasting blijft van kracht. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de cassatieprocedure en de mogelijkheden voor belanghebbenden om in beroep te gaan tegen belastingbesluiten verduidelijkt.