ECLI:NL:HR:2012:BX9938
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- E.N. Punt
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en Unierechtelijke aspecten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting. De Staatssecretaris van Financiën had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 17 februari 2012, waarin de naheffingsaanslag was vernietigd. De zaak betreft een inwoner van Nederland die een in Duitsland geregistreerde personenauto had gehuurd en deze hoofdzakelijk in Nederland gebruikte. De Inspecteur had een naheffingsaanslag opgelegd voor het tijdvak van 2 oktober 2009 tot en met 21 december 2009, welke na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. De Rechtbank te Breda verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en vernietigde de aanslag, waarna het Hof deze uitspraak bevestigde.
De Hoge Raad oordeelde dat de heffing van motorrijtuigenbelasting voor een inwoner van Nederland die gebruik maakt van een niet in Nederland geregistreerde auto, niet in strijd is met het Unierecht. Dit oordeel is gebaseerd op een eerder arrest van de Hoge Raad van 2 maart 2012, waarin werd vastgesteld dat dergelijke heffingen niet als disproportioneel kunnen worden beschouwd. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraken van het Hof en de Rechtbank, en verklaarde het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur ongegrond. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.