ECLI:NL:HR:2012:BX7825
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de Centrale Raad van Beroep en de Rechtbank te Utrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 september 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z. Het beroep was gericht tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep van 24 mei 2012, met de nummers 12/2471 en 12/2472 WAO-VV. Dit hoger beroep volgde op eerdere uitspraken van de Rechtbank te Utrecht van 1 maart en 22 mei 2012, onder nummer 11/3994. Deze uitspraken betroffen beslissingen van de Rechtbank op basis van de artikelen 8:29, lid 3, en 8:32, leden 1 en 2, van de Algemene wet bestuursrecht. Daarnaast was er ook sprake van uitspraken van de Rechtbank van 3 en 17 april 2012, eveneens onder nummer 11/3994, die betrekking hadden op verzoeken om wraking. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. Dit heeft gevolgen voor de betrokken partijen, aangezien de eerdere uitspraken van de lagere rechters daarmee in stand blijven. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het duidelijkheid biedt over de ontvankelijkheid van cassatieberoepen in vergelijkbare situaties.