ECLI:NL:HR:2012:BX4497
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep door gebrek aan kennisgeving aan verdachte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 september 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was bij verstek veroordeeld door de Kantonrechter op 2 december 2009. Namens de verdachte heeft mr. M.W. Stoet hoger beroep ingesteld, maar er ontstond onduidelijkheid over de kennisgeving van de dagvaarding aan de verdachte. De appelakte vermeldde een adres waar de verdachte niet kon worden bereikt, terwijl in de volmacht een ander adres was opgegeven. De dagvaarding in hoger beroep was tevergeefs aangeboden op het adres dat in de appelakte stond, en uiteindelijk was de dagvaarding aan de griffier van de Rechtbank te 's-Gravenhage uitgereikt.
De Hoge Raad oordeelde dat de vermelding van het adres in de volmacht niet ten nadele van de verdachte mocht strekken. Er was geen bewijs dat de dagvaarding naar het juiste adres was verzonden, en het Hof had moeten onderzoeken of er reden was om het onderzoek ter terechtzitting te schorsen, zodat de verdachte alsnog aanwezig kon zijn. Dit verzuim leidde tot de nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de daaropvolgende uitspraak. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling van het hoger beroep.