ECLI:NL:HR:2012:BX4155
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafoplegging
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 21 oktober 2010 werd gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1964. De verdachte heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. E. Schoneveld, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Knigge, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 4 september 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep in cassatie werd verworpen.
De Hoge Raad heeft ambtshalve overwogen dat het Hof het vonnis zou bevestigen, behalve ten aanzien van de strafoplegging en de motivering daarvan. In het arrest ontbrak een beslissing over de strafoplegging. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak verbeterd, zodat het Hof het vonnis ook ten aanzien van de strafoplegging heeft bevestigd. De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden, en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De beslissing van de Hoge Raad is genomen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.