ECLI:NL:HR:2012:BX0091

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/03437
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid cassatieberoep wegens gebrek aan volmacht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juni 2012 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep. De verdachte, geboren in 1973 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had beroep in cassatie ingesteld via zijn advocaat, mr. S. Schuurman. De advocaat had een schriftelijke volmacht aan een griffiemedewerker gegeven om cassatie in te stellen. Echter, de Hoge Raad oordeelde dat deze volmacht niet voldeed aan de vereisten, omdat het faxbericht van de advocaat niet duidelijk maakte dat hij door de verdachte specifiek was gemachtigd om het cassatieberoep in te stellen. Dit gebrek aan een duidelijke volmacht leidde tot de conclusie dat de verdachte niet-ontvankelijk was in zijn beroep.

De zaak betreft een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 15 juli 2010, met parketnummer 23/002697-08. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard moest worden. De Hoge Raad bevestigde deze conclusie en verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het cassatieberoep. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke en specifieke volmacht van de verdachte aan zijn advocaat voor het instellen van cassatie.

De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de vereisten voor het instellen van cassatie verduidelijkt en de noodzaak onderstreept van een correcte procedurele afhandeling van rechtsmiddelen.

Uitspraak

12 juni 2012
Strafkamer
nr. S 10/03437
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 15 juli 2010, nummer 23/002697-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. S. Schuurman, advocaat te Breukelen, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het beroep.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
2.1. Tot de aan de Hoge Raad gezonden stukken van het geding behoort een door de Griffier van het Gerechtshof te Amsterdam ondertekende "Akte rechtsmiddel", inhoudende:
"Parketnr:23-002697-08
(...)
Op 27 juli 2010 kwam ter griffie van dit gerechthof
[...], waarnemend griffier bij het Gerechtshof te Amsterdam, die - daartoe gemachtigd blijkens de aan deze akte gehechte volmacht -
naam [achternaam verdachte]
voornamen [voornaam verdachte]
geboren [geboortedatum] 1973 te [geboorteplaats]
wonendeThans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande, ()
die verklaarde beroep in CASSATIE IN TE STELLEN tegen het arrest d.d. 15 juli 2010 alsmede tegen alle ter terechtzitting genomen tussenbeslissingen."
2.2. Aan deze akte rechtsmiddel is een faxbericht gehecht, gericht aan het "Gerechtshof Amsterdam, t.a.v. de informatiebalie/strafgriffie", inhoudende:
"Breukelen, 27 juli 2010
Onze ref.: 2008271 [verdachte]/OM (hb)
Uw ref.: 23/002697-08
Geachte heer/mevrouw,
Middels deze verzoek ik u, namens mijn cliënt, om cassatie in te stellen tegen het arrest van het Gerechthof te Amsterdam d.d. 15 juli 2010. De gegevens zijn als volgt:
Naam: [verdachte]
Geboortedatum: [geboortedatum] 1973
Datum arrest: 15 juli 2010
Parketnummer: 23/002697-08
Ik verzoek u mij de akte rechtsmiddel per telefax te doen toekomen.
Bij voorbaat dank.
Met vriendelijke groet,
mr. S. Schuurman."
2.3. Een schriftelijke volmacht van een advocaat aan een griffiemedewerker om beroep in cassatie in te stellen, moet inhouden de verklaring van de advocaat dat hij door de verdachte bepaaldelijk is gevolmachtigd tot het instellen van dat beroep (vgl. HR 22 december 2009, LJN BJ7810, NJ 2010/102). In aanmerking genomen dat het onder 2.2 genoemde faxbericht van mr. S. Schuurman niet inhoudt dat hij bepaaldelijk door de verdachte is gemachtigd beroep in cassatie in te stellen, is niet voldaan aan deze voorwaarde.
Op grond van het voorgaande kan de verdachte niet in het cassatieberoep worden ontvangen.
2.4. Op grond van het voorgaande kan de verdachte niet in het cassatieberoep worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 12 juni 2012.