ECLI:NL:HR:2012:BW8351
Hoge Raad
- Cassatie
- C. Schaap
- M.W.C. Feteris
- Th. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Cassatie over niet-ontvankelijkheid van verzet wegens te late indiening en griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de niet-ontvankelijkheid van een verzet. De belanghebbende, X, had tegen navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en de bijdrage zorgverzekeringswet bezwaar gemaakt, maar zijn hoger beroep werd door het Hof niet-ontvankelijk verklaard vanwege te late betaling van het griffierecht. De belanghebbende heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar het Hof verklaarde dit verzet ook niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de verzetstermijn. De belanghebbende heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad overweegt dat de belanghebbende terecht klaagt over de niet-ontvankelijkheid van het verzet, maar dat deze klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad stelt vast dat de belanghebbende op 22 juli 2010 aan de griffier van het Hof had meegedeeld dat hij op 23 juli 2010 een gesprek zou hebben over de betaling van het griffierecht, maar dat de termijn voor betaling op dat moment al verstreken was. Hierdoor is de belanghebbende in verzuim geweest met de betaling van het griffierecht, wat de Hoge Raad als reden aanvoert om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
De Hoge Raad besluit om niet over te gaan tot vernietiging van de uitspraak van het Hof, maar verklaart het beroep in cassatie ongegrond. Wel wordt de Staat veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de belanghebbende. Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.W.C. Feteris en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.