ECLI:NL:HR:2012:BW7159
Hoge Raad
- Cassatie
- C. Schaap
- R.J. Koopman
- Th. Groeneveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek toepassing 30%-regeling voor Nederlandse tandarts in strijd met gelijkheidsbeginsel
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van een tandarts, hierna belanghebbende genoemd, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 5 juli 2011. De belanghebbende heeft een praktijk in Q en heeft de Nederlandse nationaliteit. Hij heeft verzocht om toepassing van de bewijsregel zoals bedoeld in artikel 9, lid 1, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965, de zogenoemde 30%-regeling. Dit verzoek werd door de Inspecteur afgewezen, waarna de belanghebbende bezwaar maakte. De Rechtbank te 's-Gravenhage verklaarde het beroep ongegrond, en het Hof bevestigde deze uitspraak. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het Hof de vraag of de afwijzing van het verzoek in strijd is met het gelijkheidsbeginsel ontkennend heeft beantwoord. De klacht van de belanghebbende faalde op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen. De Hoge Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen op 21 september 2012 door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren R.J. Koopman en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma. De uitspraak is openbaar gedaan en is van belang voor de toepassing van de 30%-regeling voor zelfstandigen in Nederland.