ECLI:NL:HR:2012:BW5396
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ketenaansprakelijkheid en verjaring in belastingzaken
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, waarin de aansprakelijkheid van belanghebbende voor loonbelasting van A Limited aan de orde is. De Hoge Raad heeft op 11 mei 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, die voortvloeit uit een eerdere beschikking van de Ontvanger van 21 oktober 2002. De Ontvanger had belanghebbende aansprakelijk gesteld voor de door A verschuldigde loonbelasting, maar na bezwaar werd dit bedrag verminderd. Het Gerechtshof verklaarde het beroep ongegrond, maar deze uitspraak werd door de Hoge Raad vernietigd in een eerder arrest van 19 december 2008, met verwijzing naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
Het Hof heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat de verklaringen over het betalingsgedrag van A, die na 5 december 2000 zijn afgegeven, van belang zijn voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van belanghebbende. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte het bewijsaanbod van belanghebbende heeft gepasseerd, dat gericht was op het aantonen van meer verklaringen over het betalingsgedrag van A. Dit bewijsaanbod was relevant voor de vraag of belanghebbende aansprakelijk kan worden gehouden voor de naheffingsaanslag van 5 december 2000.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie en dient de Staat het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden.