ECLI:NL:HR:2008:BC2496
Hoge Raad
- Cassatie
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid in het kader van de Invorderingswet 1990 en de zorgvuldigheidsnorm van de Ontvanger
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van X B.V. voor loonbelasting die door A Limited, een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde vennootschap, verschuldigd was. De Ontvanger had op 21 oktober 2002 een beschikking afgegeven waarin X B.V. aansprakelijk werd gesteld op basis van artikel 49 van de Invorderingswet 1990. Na bezwaar van X B.V. werd het bedrag van de aansprakelijkstelling verminderd, maar het Hof verklaarde het beroep ongegrond. X B.V. ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelde dat de Ontvanger niet in strijd heeft gehandeld met het zorgvuldigheidsbeginsel door aan A Limited verklaringen inzake het betalingsgedrag af te geven, ondanks het feit dat hij op de hoogte was van de mogelijke fiscale problemen van A Limited. De Hoge Raad benadrukte dat de verklaringen slechts betrekking hebben op de loonbelasting en premies die bekend zijn op het moment van afgifte en dat de Ontvanger niet verplicht was om X B.V. te waarschuwen voor de risico's van aansprakelijkheid.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van X B.V. in cassatie, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest benadrukt de verantwoordelijkheden van de Ontvanger en de rechten van inleners in het kader van de Invorderingswet.