ECLI:NL:HR:2012:BW1486
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Beslissing over inbeslaggenomen geldbedrag in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een beroep in cassatie van een verdachte, geboren in 1987, die in hoger beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak. De verdachte had een middel van cassatie voorgesteld via zijn advocaat, mr. M. de Reus. De kern van het geschil was de vraag of het Hof in strijd met artikel 353, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) had gehandeld door geen beslissing te nemen over het inbeslaggenomen geldbedrag van € 20,-.
Het Hof had kennelijk geconcludeerd dat er geen beslag meer rustte op het geldbedrag, omdat er in de eerdere procedure geen beslissing was genomen over de door de Officier van Justitie gevorderde verbeurdverklaring. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk was, aangezien er geen verzoek was gedaan om teruggave van het inbeslaggenomen geldbedrag in hoger beroep. De Advocaat-Generaal Knigge had geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak, maar alleen voor zover het ging om het inbeslaggenomen geldbedrag, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beslissing van het Hof in stand bleef. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.