3.6Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank zal voor feit 1 met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft dit bewezen verklaarde feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsvrouw geen algehele vrijspraak bepleit. De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2023103593 (pv) van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 684) of van het aanvullende procesdossier met het nummer PLl500-2022361689-15 (apv), van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd van pagina 1 t/m 16).
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 27 maart 2025;
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 5 april 2023 (pv p. 179-235):
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 januari 2023 (pv p. 137-138):
4. Het geschrift, te weten een deskundigenverslag, op 25 april 2023 opgemaakt en ondertekend door ing. C.M.M. Diever-Heezen, deskundige op het gebied van forensische drugsanalyse (apv p. 7);
5. Het geschrift, te weten een deskundigenverslag, op 25 april 2023 opgemaakt en ondertekend door ing. C.M.M. Diever-Heezen, deskundige op het gebied van forensische drugsanalyse (apv p. 8);
6. Het proces-verbaal van verhoor van de getuige J. Schut, opgemaakt op 12 april 2023 (pv p. 559-565):
Conclusie
De rechtbank is met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde feit van oordeel dat dit feit deels wettig en overtuigend is bewezen, zoals onder 3.7 weergegeven.