ECLI:NL:HR:2012:BW0218
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen het arrest van het gerechtshof te Amsterdam inzake kennelijk onredelijk ontslag
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieberoep dat was ingesteld door [eiser] tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Het hof had op 8 maart 2011 een uitspraak gedaan in een geschil over kennelijk onredelijk ontslag. De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten, waaronder een arrest van 27 november 2009, waarin de rechtsvraag omtrent kennelijk onredelijk ontslag aan de orde was. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat geen nadere motivering vereist is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerster] zijn begroot op € 2.428,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer J.C. van Oven.