ECLI:NL:HR:2012:BU4903

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/05136
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • J.B. Fleers
  • J.C. van Oven
  • F.B. Bakels
  • W.D.H. Asser
  • C.E. Drion
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van 7-Eleven Inc. tegen Laprior N.V. inzake auteursrechtelijke geschillen

In deze zaak heeft 7-Eleven Inc., gevestigd te Dallas, Texas, de Hoge Raad verzocht om cassatie tegen het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Het hof had op 27 augustus 2010 een vonnis gewezen in een auteursrechtelijke kwestie, waartegen 7-Eleven beroep in cassatie heeft ingesteld. De advocaat van 7-Eleven, mr. R.F. Thunnissen, heeft op 28 november 2011 gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade, die strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 17 februari 2012 uitspraak gedaan en het beroep van 7-Eleven verworpen. Tevens is 7-Eleven in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Laprior N.V. op nihil zijn begroot. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft volgens de Hoge Raad geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

17 februari 2012
Eerste Kamer
10/05136
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
7-ELEVEN INC.,
gevestigd te Dallas, Texas,
Verenigde Staten van Amerika,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. R.F. Thunnissen,
t e g e n
LAPRIOR N.V.,
gevestigd te Sint Maarten,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als 7-Eleven en Laprior.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het arrest in de zaak 07/13358, LJN BH2956, NJ 2009, 222 van de Hoge Raad der Nederlanden van 8 mei 2009;
b. het vonnis in de zaak AR 326/03-H.220/06 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 27 augustus 2010.
Het vonnis van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van het hof heeft 7-Eleven beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Laprior heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van 7-Eleven heeft bij brief van 28 november 2011 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt 7-Eleven in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Laprior begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 17 februari 2012.