ECLI:NL:HR:2011:BT6470
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Gravenhage in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 27 september 2010, met nummer 22/002916-09. De verdachte, geboren in 1966 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Rijnmond, locatie De IJssel' te Krimpen aan den IJssel, heeft het beroep ingesteld. De advocaat van de verdachte, mr. E.J.W.F. Deen, heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht en daar deel van uitmaakt. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie beoordeeld. Het middel dat door de verdachte is voorgesteld, kan niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat dit, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), geen nadere motivering behoeft, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de raadsheer W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en C.H.W.M. Sterk, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz, en is uitgesproken op 22 november 2011.