ECLI:NL:HR:2011:BT1672
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van uitspraak inzake inbeslaggenomen geldbedrag in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 november 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1953, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met verbeurdverklaring en onttrekking aan het verkeer. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J.M. Oerlemans. De Advocaat-Generaal Hofstee concludeerde tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad oordeelde dat de bestreden uitspraak in strijd met artikel 353, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) geen beslissing had genomen over het inbeslaggenomen geldbedrag van € 2.700,-. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat dit bedrag met toepassing van artikel 94 Sv inbeslaggenomen was en dat er nog geen last tot teruggave was gegeven. Hierdoor was het middel van cassatie terecht voorgesteld.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend voor zover het betreft de beslissing over het inbeslaggenomen geldbedrag. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, zodat deze in zoverre opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Voor het overige werd het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en M.A. Loth, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.