ECLI:NL:HR:2011:BQ8880
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 9 april 2010 werd gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1967. De verdachte heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. J. Boksem, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad, zittende op 13 september 2011, heeft het beroep in cassatie beoordeeld.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat bepaalt dat een nadere motivering niet nodig is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Het arrest is uitgesproken door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. Dit arrest is een belangrijke uitspraak in het strafrecht, waarin de Hoge Raad zijn rol als hoogste rechter in cassatie bevestigt.