ECLI:NL:HR:2011:BQ8215

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/03140 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag en ontvankelijkheid in beklagprocedure met betrekking tot inbeslaggenomen geluidsopnamen

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin het klaagschrift van de klager, betreffende de teruggave van inbeslaggenomen geluidsopnamen van The Beatles, ongegrond werd verklaard. De klager, geboren in 1949 en wonende te [woonplaats], had het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. A.J. Fontijn. De Advocaat-Generaal Vellinga concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het beslag op de geluidsopnamen reeds was geëindigd ten tijde van de behandeling van het klaagschrift door het Hof. Dit leidde tot de conclusie dat het Gerechtshof de klager niet-ontvankelijk had moeten verklaren in zijn beklag. De Hoge Raad vernietigde de bestreden beschikking en verklaarde de klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag. De uitspraak werd gedaan op 6 september 2011 door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de ontvankelijkheid van beklag in het kader van beslag en de gevolgen van beëindiging van beslag behandelt.

Uitspraak

6 september 2011
Strafkamer
nr. 10/03140
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam van 17 februari 2010, nummer R 000547-09, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klager 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1949, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. A.J. Fontijn, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beklag
2.1. Het Gerechtshof heeft bij beschikking van 17 februari 2010 het klaagschrift strekkende tot teruggave aan de klager van de inbeslaggenomen banden met geluidsopnamen van The Beatles ongegrond verklaard.
2.2. Uit door de Advocaat-Generaal ingewonnen inlichtingen blijkt dat de Rechtbank te Amsterdam bij beschikking van 24 mei 2007 het door Apple Films Limited ingediende klaagschrift strekkende tot teruggave van voormelde banden met geluidsopnamen gegrond heeft verklaard en de teruggave aan Apple Films Limited heeft gelast, alsmede dat deze beschikking onherroepelijk is geworden.
2.3. Gelet op het voorgaande was het beslag reeds beëindigd ten tijde van de behandeling van en de beslissing op het klaagschrift door het Gerechtshof. Dat brengt mee dat het Gerechtshof de klager niet-ontvankelijk had behoren te verklaren in zijn beklag.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
verklaart de klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 september 2011.