ECLI:NL:HR:2011:BQ7061
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontheffing uit het ouderlijk gezag
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de ontheffing uit het ouderlijk gezag. De zaak is gestart door mr. Martinus Jan Willem Hoek, die als bijzonder curator optreedt voor een minderjarig kind. De bijzonder curator heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, die op 4 augustus 2010 is gegeven. De Raad voor de Kinderbescherming was de verweerder in deze procedure, maar is niet verschenen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank 's-Gravenhage en het gerechtshof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De conclusie van de Advocaat-Generaal, F.F. Langemeijer, was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen, waarmee de beschikking van het hof in stand blijft.