ECLI:NL:HR:2011:BQ6555
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over profijtontneming en feiten van algemene bekendheid in hennepkwekerijzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van een betrokkene die in 1977 geboren is en woonachtig is in [woonplaats]. De betrokkene had middelen van cassatie ingediend, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.J.N. Vermeij. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof.
De kern van de zaak draait om de vraag of het oordeel van het Hof dat het een feit van algemene bekendheid is dat met 10 liter plantenvoeding ongeveer 200 hennepplanten kunnen worden geteeld, terecht is. De Hoge Raad oordeelt dat dit oordeel niet zonder meer begrijpelijk is. De verdediging had aangevoerd dat deze stelling niet onderbouwd was en dat het geen feit van algemene bekendheid is. De Hoge Raad benadrukt dat de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel alleen kan worden ontleend aan wettige bewijsmiddelen, tenzij het gaat om feiten van algemene bekendheid.
De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het vaststellen van feiten van algemene bekendheid in strafzaken, vooral in het kader van profijtontneming.