ECLI:NL:HR:2011:BQ2315

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/02476
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bewijsaanbod en procesrecht in civiele zaak

In deze zaak heeft CMS Derks Star Busmann N.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Het hof had op 16 februari 2010 uitspraak gedaan in een civiele procedure, waarin CMS betrokken was. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de kantonrechter te Utrecht, die dateren van 2 november 2005 tot 19 maart 2008, en naar het arrest van het hof. CMS had beroep in cassatie ingesteld, maar de verweerster was niet verschenen, waardoor verstek werd verleend. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft het beroep van CMS verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit was volgens de Hoge Raad niet nodig om nadere motivering te geven, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en openbaar uitgesproken door E.J. Numann op 8 juli 2011.

Uitspraak

8 juli 2011
Eerste Kamer
10/02476
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
CMS DERKS STAR BUSMANN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk,
t e g e n
[Verweerster],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als CMS en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 390735 CU EXPL 04-14238 van de kantonrechter te Utrecht van 2 november 2005, 23 augustus 2006, 27 december 2006, 19 december 2007 en 19 maart 2008;
b. het arrest in de zaak 200.008.450 van het gerechtshof te Amsterdam van 16 februari 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft CMS beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerster] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt CMS in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 8 juli 2011.