ECLI:NL:HR:2011:BP6280
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over douanerechten en tariefindeling van knoflookbollen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 maart 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de indeling van knoflookbollen in de douanerechten. De Staatssecretaris van Financiën had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 26 februari 2008 had geoordeeld over de uitnodigingen tot betaling van douanerechten aan X B.V. De kwestie draaide om de tariefindeling van knoflookbollen, waarbij de Hoge Raad eerder een prejudiciële vraag had gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Dit Hof had op 28 oktober 2010 geoordeeld dat knoflook die een intensief drogingsproces heeft ondergaan, moet worden ingedeeld onder post 0712 van de Gecombineerde Nomenclatuur, terwijl gedeeltelijk gedroogde knoflook, die de eigenschappen van verse knoflook behoudt, onder post 0703 moet worden ingedeeld.
De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof niet voldoende had aangetoond dat de knoflookbollen in kwestie niet voldeden aan de voorwaarden voor indeling onder post 0712. Het Hof had geoordeeld dat op het moment van de monsterneming in december 2005 een substantieel gedeelte van de knoflook niet meer aanwezig was, maar dit oordeel werd niet bestreden in cassatie. De Hoge Raad concludeerde dat het Gerechtshof een onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd door te stellen dat gekoelde knoflookbollen konden worden ingedeeld onder post 0712, terwijl dit in strijd was met de uitleg van het Hof van Justitie. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Gerechtshof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, en het verwijzingshof zal beoordelen of er een vergoeding voor de kosten van het geding moet worden toegekend aan belanghebbende.