ECLI:NL:HR:2011:BO9998
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Uitlevering aan de Verenigde Staten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank te Rotterdam, die op 31 mei 2010 een verzoek tot uitlevering van een opgeëiste persoon aan de Verenigde Staten van Amerika heeft behandeld. De opgeëiste persoon, geboren in 1966, was ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Vught, locatie Nieuw Vosseveld'. Het beroep in cassatie is ingesteld door de opgeëiste persoon zelf, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. B. Stapert uit Amsterdam. In de schriftelijke verdediging zijn middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de raadsman heeft schriftelijk op deze conclusie gereageerd. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, en is uitgesproken op 15 februari 2011.