ECLI:NL:HR:2011:BO7117

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02601
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de vraag wie als koper partij is geworden bij een koopovereenkomst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 januari 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over de vraag wie als koper partij is geworden bij een koopovereenkomst. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P.S. Kamminga, had beroep in cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 7 april 2009 was gewezen. De verweerder, vertegenwoordigd door de advocaten mr. R.A.A. Duk, mr. M. Ynzonides en mr. F. El Kouri, had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten in de zaak, waaronder vonnissen van de rechtbank Roermond en tussenarresten van het hof.

De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel naar voren waren gebracht, niet konden leiden tot cassatie. De Hoge Raad stelde vast dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraken van de lagere rechters heeft bevestigd.

In de beslissing werd eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerder zijn begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

21 januari 2011
Eerste Kamer
09/02601
EE/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P.S. Kamminga,
t e g e n
[Verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 69313/HA ZA 05-619 van de rechtbank Roermond van 30 november 2005 en 24 januari 2007;
b. de arresten in de zaak HD 103.005.221 (rolnummer C0700759/RO) van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 11 december 2007 (tussenarrest) en 7 april 2009 (eindarrest).
Het eindarrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [eiseres] toegelicht door haar advocaat en voor [verweerder] door mr. M. Ynzonides en
mr. F. El Kouri, advocaten te Amsterdam.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren E.J. Numann, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 21 januari 2011.