ECLI:NL:HR:2011:BO2914

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02785
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam in strafzaak

Op 8 maart 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 18 juni 2009 was gewezen. Het arrest van het Gerechtshof had betrekking op een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1978, die woonachtig was in Amsterdam. Het beroep in cassatie was ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof, die in zijn schriftuur een middel van cassatie had voorgesteld. De raadslieden van de verdachte, mr. A.A. Franken en mr. S. Hopman, hebben het beroep tegengesproken. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, mede gelet op een eerder arrest van dezelfde datum (HR 8 maart 2011, LJN BO2915), er geen nadere motivering nodig was, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen.

Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.F. Groos en C.H.W.M. Sterk, en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker.

Uitspraak

8 maart 2011
Strafkamer
nr. 09/02785
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 18 juni 2009, nummer 23/000491-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadslieden van de verdachte, mr. A.A. Franken en mr. S. Hopman, beiden advocaat te Amsterdam, hebben het beroep tegengesproken.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Mede gelet op HR 8 maart 2011, LJN BO2915, behoeft dit, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.F. Groos en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 8 maart 2011.