ECLI:NL:HR:2011:BO1371
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag vennootschapsbelasting en toerekening van algemene kosten aan winst uit zeescheepvaart
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting die aan belanghebbende, X B.V., is opgelegd voor het jaar 2002. De Inspecteur had de aanslag na bezwaar verminderd, maar de Rechtbank te Leeuwarden heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verder verminderd. Hierop heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank heeft vernietigd en de aanslag heeft verminderd tot nihil, waarbij het verlies van belanghebbende over 2002 is vastgesteld op € 3895. De Staatssecretaris van Financiën heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat belanghebbende zowel winst uit zeescheepvaart als normaal belaste winst geniet. De Hoge Raad oordeelt dat de niet rechtstreeks aan een van beide resultaten toerekenbare kosten, die niet zijnde orgaankosten, moeten worden toegerekend aan beide winstgenererende activiteiten op basis van een passende bedrijfseconomische verdeelsleutel. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing, met inachtneming van het arrest.
De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 11 februari 2011, en de proceskosten worden niet toegewezen. De conclusie van de Advocaat-Generaal P.J. Wattel was dat het beroep in cassatie gegrond moest worden verklaard, en deze conclusie is door de Hoge Raad gevolgd.