ECLI:NL:HR:2011:BL6568
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen in belastingzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 maart 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende naheffingsaanslagen in de belasting van personenauto's en motorrijwielen, alsook navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen. De belanghebbende, een taxichauffeur, had bezwaar gemaakt tegen de opgelegde naheffingsaanslagen en boetes, die door de Inspecteur in eerste instantie waren gehandhaafd. De Rechtbank te Arnhem had de beroepen van de belanghebbende deels gegrond verklaard, maar het Hof had de uitspraak van de Rechtbank bevestigd. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de belanghebbende niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad stelde vast dat de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling opriepen, en dat daarom geen nadere motivering nodig was. Het voorwaardelijke incidentele beroep van de Staatssecretaris van Financiën werd eveneens niet behandeld, omdat het principale beroep niet tot vernietiging van de uitspraak van het Hof leidde.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, waarmee de eerdere uitspraken van de Rechtbank en het Hof in stand bleven. Dit arrest bevestigt de noodzaak voor belanghebbenden om goed onderbouwde bezwaren in te dienen tegen belastingaanslagen en de gevolgen van het niet voldoen aan de belastingverplichtingen.