ECLI:NL:HR:2011:BL0214
Hoge Raad
- Cassatie
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Aanslag vennootschapsbelasting en mededingingsboete: aftrekuitsluiting en rechtsklacht
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X1 B.V. tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem, die op 31 december 2008 een aanslag in de vennootschapsbelasting heeft gehandhaafd. De belanghebbende, X1 B.V., had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de Rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, waarop de belanghebbende een conclusie van repliek indiende. De Advocaat-Generaal P.J. Wattel concludeerde op 22 december 2009 tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
De zaak draait om de vraag of een mededingingsboete die aan de belanghebbende is opgelegd, volledig onder de aftrekuitsluiting van artikel 3.14 van de Wet IB 2001 valt. De Rechtbank oordeelde dat de tekst en wetsgeschiedenis van dit artikel geen steun bieden voor de opvatting van de belanghebbende dat er een splitsing kan worden gemaakt tussen delen van de boete die wel en niet gericht zijn op bestraffing. De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en stelt dat de opgelegde boete, die is gebaseerd op de Mededingingswet, gericht is op bestraffing van de overtreding en dat er geen sprake is van een voordeelontneming die aftrekbaar zou zijn.
De Hoge Raad oordeelt dat de belanghebbende niet kan aantonen dat de boete niet onder de aftrekuitsluiting valt en verklaart het beroep in cassatie ongegrond. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 7 januari 2011.