ECLI:NL:HR:2010:BO5207

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/04786
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over beroepsfout van arts en causaal verband in schadevergoeding

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen [verweerder 1] en Stichting Isala Klinieken. De zaak betreft een beroepsfout van een arts en de vraag of er een causaal verband bestaat tussen deze fout en de geleden schade. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Zwolle-Lelystad en een arrest van het gerechtshof te Arnhem, waaruit blijkt dat de zaak al een lange juridische voorgeschiedenis heeft. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 6.245,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk en C.E. Drion, en is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

24 december 2010
Eerste Kamer
09/04786
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. J. Brandt,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. STICHTING ISALA KLINIEKEN,
gevestigd te Zwolle,
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. N.T. Dempsey.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en [verweerder] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 63122/HA ZA 07-148 van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 juli 2001, 1 mei 2002, 18 september 2002, 15 oktober 2003, 24 november 2004, 28 september 2005 en 12 april 2006,
b. het arrest in de zaak 104.002.398 van het gerechtshof te Arnhem van 18 augustus 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor [eiser] mede door mr. L.B. de Graaf, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
Mr. De Graaf voornoemd en mr. J.P. Heering hebben namens [eiser] bij brief van 3 december 2010 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op € 6.245,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 24 december 2010.