ECLI:NL:HR:2010:BO1726
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de afwijzing van getuigenverzoeken in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een strafzaak waarin de verdachte, geboren in 1961, in hoger beroep getuigen had opgegeven die door het Hof waren afgewezen. De verdediging had verzocht om het horen van getuigen, waaronder politiefunctionarissen, maar het Hof oordeelde dat dit verzoek niet kon worden ingewilligd. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de getuigen slechts kon afwijzen op de gronden die zijn vermeld in artikel 288, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof niet voldoende had gemotiveerd waarom het afzien van de oproeping van de getuigen de verdediging van de verdachte niet zou schaden. Dit motiveringsgebrek leidde tot de vernietiging van de bestreden uitspraak. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij de afwijzing van getuigenverzoeken in strafzaken.