ECLI:NL:HR:2010:BN8387
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Salduz-verweer en het recht op rechtsbijstand tijdens politieverhoor
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 november 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep een verweer heeft gevoerd met betrekking tot de rechtsbijstand tijdens zijn politieverhoor. De verdachte, geboren in 1979, had zijn beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. R.A. van der Horst. De Advocaat-Generaal Hofstee had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Hof.
De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit een eerder arrest (LJN BH3079) en benadrukt dat een verdachte die door de politie is aangehouden recht heeft op rechtsbijstand, wat inhoudt dat hij voorafgaand aan het verhoor de gelegenheid moet krijgen om een advocaat te raadplegen. Het Hof had moeten onderzoeken of de verdachte op zijn recht op rechtsbijstand is gewezen en of hij de gelegenheid heeft gekregen om van dat recht gebruik te maken. Het Hof heeft dit nagelaten, waardoor de verwerping van het verweer als ontoereikend gemotiveerd wordt beschouwd.
De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht. De uitspraak benadrukt het belang van het recht op rechtsbijstand en de noodzaak voor de rechter om te beoordelen of aan een verzuim rechtsgevolgen moeten worden verbonden, rekening houdend met de ernst van het verzuim en de omstandigheden van het geval.