ECLI:NL:HR:2010:BN3862
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over recht op ziekengeld en dienstbetrekkingen onder de Ziektewet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 augustus 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van de Stichting X tegen de Centrale Raad van Beroep. De zaak betreft een aanvraag tot toekenning van ziekengeld op basis van de Ziektewet (ZW) voor een werkneemster die arbeidsgehandicapt was. De Raad van bestuur had eerder geweigerd om de uitkering te verlenen, waarna de Rechtbank te Utrecht het besluit had vernietigd. De Centrale Raad van Beroep heeft echter de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en het beroep ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de Centrale Raad terecht heeft geoordeeld dat er geen recht op ziekengeld bestaat, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 29b, lid 1, van de ZW. Dit artikel stelt dat er alleen recht op ziekengeld bestaat als de werknemer onmiddellijk voorafgaand aan de dienstbetrekking arbeidsgehandicapt is geweest. De Hoge Raad concludeert dat de dienstbetrekking van de werkneemster een voortzetting was van een eerdere dienstbetrekking, die was aangegaan voordat zij arbeidsgehandicapt werd. Hierdoor was er geen sprake van een nieuwe dienstbetrekking, wat noodzakelijk was voor het recht op ziekengeld.
De Hoge Raad wijst erop dat het middel dat door de belanghebbende is ingediend, niet kan leiden tot cassatie, omdat de Centrale Raad het recht correct heeft toegepast zoals dat gold vóór 1 januari 2006. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen. Dit arrest benadrukt de strikte voorwaarden waaronder recht op ziekengeld kan worden toegekend en de noodzaak van een duidelijke scheiding tussen oude en nieuwe dienstbetrekkingen in het kader van de Ziektewet.